De Iraans-Nederlandse schrijfster Nafiss Nia 'Liefde voor poëzie kun je aanleren' door Sander de Vaan
De Iraans-Nederlandse filmmaakster, schrijfster en vertaalster Nafiss Nia woont sinds 1992 in Nederland. Naast het maken van documentaires en filmscenario's publiceert ze proza en poëzie. Een gesprek over filosoferen zonder al te veel stof, rode draden, passie voor de poëzie en het delen van woorden met anderen.
Je bent in 1992 uit Iran vertrokken. Hoe was het om hier in Nederland aan te komen? De Europese cultuur en in het bijzonder de Nederlandse cultuur waren mij niet volkomen onbekend. Ik wist er veel van door boeken en films. Er is niet echt een groot cultuurverschil, ook al wordt dat door velen verondersteld. Het verschil zit hem vooral in details. En zulke details in sommige gewoontes, normen en waarden, vielen mij direct op. Door mijn opvoeding en mijn eigen levensstijl kon ik de overeenkomsten vertroetelen en van de verschillen leren. Ik maakte de goede eigenschappen direct de mijne en probeerde ook de mooie kant van mijn eigen cultuur ten tonele te brengen. Dus, aanpassen ging van een leien dakje, zonder dat ik daarbij mijn oorsprong heb verloren. In 2004 verscheen je bundel Esfahan, mijn hoopstee. Kun je daar wat meer over vertellen? Esfahan, mijn hoopstee is mijn eerste dichtbundel en bestaat uit 37 gedichten. Ik heb deze gedichten in vijf jaar tijd geschreven. In die periode had ik meer dan 120 gedichten voltooid, maar de uitgever (Bornmeer, Leeuwarden) heeft een keuze gemaakt van gedichten die verband met elkaar hielden. De rode draad was 'verleden' en deze bundel was voor mij zonder meer een afrekening met mijn eigen verleden. Achteraf vind ik het wel jammer dat er een aantal goede gedichten niet is opgenomen vanwege die rode draad. Ik zie liever afwisseling in een dichtbundel. Poëzie als afrekening met het verleden... Wat beoog je nog meer met het schrijven van gedichten? Lees verder Onderweg Met een vlinderjas twee goudvissenen een koffer vol blauw stap ik de stilte in; reis rond in de lucht. Af en toe logeer ik bij de wind wandel ik met de maan of schommel op een blad. Niets is me afgenomen behalve alles. Ik reis naar binnen en buiten dichtbij gefluister en ver van kabaal. Ik reis dromerig naar mijn einde: het vliegen.
naar de gedichten van Nafiss Nia
naar de weblog van Nafiss Nia |